Verandering vindt niet van de ene op de andere dag plaats. Toch zien we de maatschappelijke verandering rondom menstruatiearmoede positief in: dat afgelopen week een meerderheid van de Amsterdamse gemeenteraad het initiatiefvoorstel tegen menstruatiearmoede goedkeurde was een noodzakelijke stap in de goede richting.
Sinds we in 2020 begonnen met beleidsbeïnvloeding zijn we al behoorlijk ver gekomen. Dat jaar stond het Schotse parlementslid Monica Lennon aan het roer van de goedkeuring van een uitgebreide wet tegen menstruatiearmoede; Schotland was het eerste land dat dit deed. Deze ontwikkeling in Schotland was de aanleiding voor onze eerste gesprekken met gelijkgestemde raadsleden hier in Amsterdam.
Helaas was het een uitdaging om het onderwerp überhaupt op de radar van de gemeenteraad te krijgen. Toch bleven we brainstormen met beleidsmakers, terwijl we ondertussen doorgingen met het leveren van menstruatieproducten aan een steeds groter aantal mensen in de stad. Veel beleidsmakers deelden ons gevoel van urgentie simpelweg niet. Er was geen echte beleidsvooruitgang. Ook ontbraken harde cijfers voor Amsterdam. Daarom publiceerden we samen met Opinium eind vorig jaar kwantitatieve data waaruit bleek dat menstruatiearmoede een hardnekkig, schadelijk en wijdverbreid probleem is in Amsterdam. Ons onderzoek vergrootte het bewustzijn en stimuleerde het draagvlak binnen de gemeenteraad. In november ondertekenden nog vijf andere partijen het voorstel tegen menstruatiearmoede dat was opgesteld door GroenLinks en Bij1.
Amsterdam bereikte de mijlpaal van vorige week dankzij steeds meer publiek bewustzijn, media-aandacht en de tijd en energie van veel mensen. Naast vele anderen wil NF nogmaals Emily Dickinson en het Opinium-team bedanken voor de essentiële rol die deze onderzoekers gespeeld hebben. Ook willen we de inspanningen erkennen van de Amsterdamse fracties van GroenLinks (met name Milka Yemane), Bij1, PvdA, PvdD, Denk, D66 en de partij van Carla Kabamba.
Het werk is echter verre van klaar. Toen het voorstel vorig jaar voor het eerst ter overweging aan de raad werd voorgelegd, keurden zij €50.000 goed voor een pilotproject om degenen die het meest in nood zijn te helpen. Nu moet de stad de exacte omvang van het initiatief vaststellen (dat voortbouwt op het pilotproject) en voldoende financiering veiligstellen voor het volledige plan. De komende maanden heeft de stad de financiële ruimte en verantwoordelijkheid om de eerste fase van een aanpak te ontwikkelen die recht doet aan de behoeften van mensen (inclusief adequate en passende educatie over menstruele gezondheid). De stemming over de jaarlijkse begroting van de stad vindt elk najaar plaats, dus terwijl het pilotproject zich ontwikkelt, zal de gemeente een beter beeld krijgen van de kosten en de beoogde schaal van het project, om in de herfst een sterke zaak te hebben.
Menstruatiearmoede is een vorm van armoede, en specifiek ook een kwestie van volksgezondheid en gender(on)gelijkheid. Net als bij andere vormen van armoede blijven we benadrukken dat elke oplossing voor menstruatiearmoede ook de nationale stap van het verhogen van het minimumloon en uitkeringen moet omvatten, om de stijgende kosten van levensonderhoud te weerspiegelen.
Voor nu proosten we erop dat we een stap dichter bij de situatie zijn dat iedereen die menstrueert in Amsterdam dit op een waardige en gezonde manier kan doen.